Vanmorgen vroeg op, even wennen na zo’n vlucht. Na een lekker onbijtje zijn we naar Vancouver downtown gegaan. In Richmond (meer dan 90% van de bevolking is Chinees/Japans / Koriaans….al eens eerder opgemerkt,ik zie het verschil niet) zijn we op de Skytrain gestapt, waarom het Skytrain heet is ons een raadsel de helft van de tijd zit je onder de grond. Het is nog vroeg dus eerst maar even via de Waterfront naar de Steamclock gelopen, deze oude klok blaast elk kwartier het deuntje van de Big Ben. In Chinatown hebben we een Chineese tuin bekeken. Op de terugweg zagen we toch ook de keerzijde van Vancouver. Zwervers / daklozen, veel injectienaalden op de weg, een minder prettig stukje. Van het uitzicht genoten op de Lookout en erg confronterend dat je al als senior een kaartje mag kopen. Nadat we de Cruiseschepen hebben bewonderd ( de Nieuw Amsterdam , uit Rotterdam overigens, van de Holland Amerika Line lag er ook) hebben we Fish en chips gegeten bij Mahony & Sons aan de haven. Willen nog wel graag naar Stanley Island, maar daar is geen tijd meer voor, wellicht op de terugweg. Tijd om terug te gaan naar het hotel , koffers ophalen en wachten op de taxi om ons naar Delta te brengen om ons verblijf voor de komende weken op te halen. Dit verliep allemaal lekker vlot, instuctievideo was niet nodig, we waren immers bekend met dit type RV. We hebben een spiksplinter nieuwe meegekregen en veel dingen zitten nog ingepakt.
Gelijk maar gaan rijden om te kijken wanneer we met de ferry mee kunnen. Het was niet druk en konden op de eerst volgende mee , om 17:00 uur. Na bij twee uur varen zijn we op Vancouver Island aangekomen, even voor 100 Can .dollar benzine ingegooit en paar kleine boodschapjes gedaan en op naar de Salisch Seaside RV Haven. Helaas inmiddels gesloten, maar op de geservereede plaats stond keurig een bordje met onze naam erop. Later zagen we dat ze ons een mailbericht hadden gestuurd omdat we na sluitingstijd aankwamen. Alles goedgekomen, koffers uitgepakt en de eerste nacht in de RV heerlijk geslapen. Kijken prachtig over het water naar Victoria aan de andere kant van de baai. Nu even genieten van het zonnetje en staks naar de Wallmart en met de bus naar downtown Victoria.
Vanmorgen, na een lekker ontbijtje in de camper, ons gemeld bij de receptie. Na wat tips over hoe we in Victoria kunnen komen en nog belangrijker, de wifo codes hebben we de camper “losgekoppeld ” van het water, electra en riool zijn we naar de Wallmart vertrokken. Navigatie had wat moeite met de wegomleggingen, maar uiteindelijk hebben we het toch gevonden. Het shopping centrum ligt op meerdere hoogte niveau’s, dus de parkeerplaatsen ook. Moeilijk te zien waar een weg naar toeloopt, dat zie je pas wanneer je er bent ingeslagen en voor een parkeergarage komt te staan. Dat gaat niet lukken met een hoogte van 3,7 meter, gelukkig konden we nog afbuigen naar een hoger pakeerdek. Maar helaas niet geschikt voor campers met een lengte van 10 meter. Na wat gedraai zijn we, zonder kleerscheuren (schade), op een ruim parkeerterrein gekomen buiten het shoppingcentrum.
Vanmiddag zijn we lopend via de WestBay Walkway naar Victoria gegaan. Een prachtig wandelpad langs de baai, maar wel drie kwartier lopen. Net als gisteravond ook nu weer zeehonden gezien. Victoria is een prachtig, lief stadje, waar je je direct ‘thuis” voelt. Mooie gebouwen in oude Engelse stijl opgebouwd en een levendig centrum. Bij een chocolaterie een ijsje gehaald, moest er wel even voor in de rij staan , maar dan heb je ook wat. Ik had met Maple smaak, erg lekker. Lekker slenteren langs de haven, wat gedronken op een terrasje, het was een zonovergoten, warme dag. De Canadezen zijn gelukkig niet zo overdreven zoals de Amerikanen zijn, niet zo gemaakt bij het begroeten…bevalt ons wel wat beter.. Moe om nog verder te gaan hebben we uitendelijk de Harbourtaxi terug naar Westbay genomen. Naast de boot “plofte” een watervliegtuig op het water neer, deze vliegen af en aan. Rondvluchten maar ook als taxi vanuit Vancouver. Een wirwar van vliegtuigen , watertaxi’s en kano’s en af en toe een groot schip en dat allemaal in een kleine baai.
We hebben Victoria achter ons gelaten en zijn we op pad gegaan richting Tofino. Een rit van 320 kilometer.
Onze eerste stop zou zijn bij Cowichan Bay, lag mooi aan het water maar niet de moeite waard om de camper uit te komen. Dan maar gelijk door naar Duncan, in Duncan staat het hele stadje vol met totempalen. De RV langs de weg geparkeerd omdat het parkeerterrein wel weer erg krap was. Je mocht er twee uur staan, maar hoe bepaal je dat. Gelukkig kwam de plaatselijke bromsnor aanlopen, hij was gelijk te porren voor een praatje. We mochten zo lang staan als we willen en toeristen bekeuren doen ze nooit. Vriendelijke veldwachter, later in het stadje zagen we hem weer lopen en even vrolijk zwaaien naar de toeristen uit The Netherlands. Na Duncan zijn we doorgereden naar Chemainus, in dit dorpje zijn veel muurschilderingen op huizen. leuk plaatsje en elk jaar komen er nieuwe muurschilderingen bij. En niet onbelangrijk de aanwezigheid van een liquorstore. In Canada is een pilsje of een flesje wijn niet in de supermarkt te krijgen. Moet je toch een soort slijterij bezoeken. Straks genieten van een pilsje ( de eerste aan deze kant van de plas, valt mee hé..)
Het is inmiddels twee uur en hebben nog ruim 200 km te gaan dus , karren mat die bak richting Tofino. Een prachtige, maar af en toe een zeer slechte weg, veel bochten die je met maximaal 30 km/u kan nemen, dus we hebben onze tijd wel nodig. Het is echt genieten tijdens de rit als je de besneeuwde bergtoppen boven de machtige bomen en daarvoor een mooi blauw meer ziet. Aangekomen op het Crystal Cove Beach Resort , de RV op z’n plek gezet en even naar het strand gewandeld. Inmiddels een telefoontje van Jamie’s gekregen over een wijziging van de walvissafari van morgen…..maar dat is morgen.
Vandaag zitten we dus in Tofino, eigenlijk bijna 4 kilometer er onder op Crystal Cove Beach resort. We eindigden gisteravond met een storing op het warme water, echt balen als je naar een garage zou moeten. Na wat zoekwerk op internet, ben ik een handleiding van de RV tegen gekomen. Na wat “rommelen” aan de bedrading en zekeringen bij de gastoevoer, sprong de waakvlam weer aan en was er weer warm water. Pfff gelukkig.
We zagen bij de receptie fietsen staan en leek ons wel leuk om op de fiets naar Jamie’s Whaling Station te gaan. Moet je eerst zelf bellen met een fietsenboer, die komt de fietsen afleveren voor een prijs dat je eigenlijk net zo goed met een taxi kan gaan. Dus.. omdat we gisteren al veel gereden hadden, besloten we vandaag het stukje maar gaan wandelen, het is tenslotte prachtig weer, alleen de wind maakt het wat kouder. Bijtijds naar Tofino gegaan om het stadje te bekijken en koffie te drinken voor dat onze whalingsafari gaat beginnen. Het dorpje stelt niets voor (nou ja vooruit dan…niet al te veel dan) en voor de koffie was er maar één gelegenheid, dus erg druk en niet op de meest mooie locatie. Nog even snel een sweater gekocht (had toch te weinig warme spullen meegenomen (inpakken moet je ook aan een vrouw overlaten). Op naar de Jamie’s, ze begonnen direct al te zeggen, dat we op de binnenzee bleven i.v.m. de sterke wind en dat er geen garantie is dat we walvissen of orca’s te zien krijgen. Na drie uur varen bleek dat dus ook het geval. Een paar zeehonden en een aantal zeearenden hebben we kunnen spotten, maaaaaaar het was wel een prachtige tocht tussen al die eilanden, mooi weer en hebben echt genoten. Een tegoedbon gekregen omdat we geen grote vissen hebben gezien, hele leven lang geldig en overdraagbaar..
Toch wel koud en moe van de boot gerold zijn we ons gaan opwarmen met een kop thee en een pilsje. Gelijk maar wat gegeten voordat we aan onze 4 km terugwandeling gaan beginnen. Nog even wat lezen in het zonnetje en een berchtje schrijven. Het is inmiddels half acht, te koud om buiten te zitten. Zo maar weer even Netflix aanzetten, want wifi op de campings is echt erg goed. Morgen de hobbelweg weer terug tot aan Nanaimo voor onze laatst overnachting op Vancouver Island. Tot zover tot morgen werk
Vandaag is het de 30e en volgens de kalender woensdag..
Vanmorgen een zon overgoten ,maar toch wel fris Tofino achter ons gelaten en zijn op weg gegaan naar Nanaimo. We nemen weer highway 4 , de hobbelweg maar nu in een rustiger tempo. Regelmatig aan de kant om het lokale verkeer vrije doorgang te geven., we hebben toch tijd zat. Vandaag zullen we tegen de 220 km gaan rijden, valt dus erg mee.
Onderweg een wandeling gemaakt bij de Qualicum Falls. Een mooi National Park met upper en lower falls. Heerlijke wandeling in een mooie omgeving.
In Port Alberni hebben we de Wallmart van de binnenzijde bewonderd en natuurlijk ook de plaatselijke middenstand gesposord. Het is nog redelijk vroeg (3 uur) wanneer we de camping Living Forest Oceanside Campground and RV park oprijden. We hadden een mooie plaats van te voren gereserveerd. Het uizicht was geweldig, toen we aankwamen was het nog eb , maar in de loop van da avond zag je het water opkomen. Heb je de camera in aanslag en mis ik nog een grote zeearend die op nog geen 20 meter van me af wegvloog..echt balen. Houtblokken gekocht en een mooi kampvuurtje gemaakt , glaasje rode wijn erbij en de zeeotters zien zwemmen voor onze plek, een geweldige afsluiting van een paar mooie dagen op Vancouver Island. Morgen weer de boot op naar het vaste land (Horseshoe Bay) om vandaar uit verder naar het noorden te gaan richting Whistler. Niets besproken , we zien wel waar we terecht komen.
Vanmorgen in alle rust vertrokken vanuit Nanaimo voor een lange rit van ca 8 km naar de ferry. Aangesloten in de rij en konden met de eerst volgende boot mee. Marijke zat over het water te kijken en zei volgens mij zie ik een walvis. Na een paar keer de staart boven water te hebben gezien, riep de schipper ook al om dat er aan bakboord zijde een walvis te zien was. Later zag Marijke de walvis met een sprong bijna geheel uit het water komen (heb ik gemist grrrr)
Wat in drie uur tijdens een walvissafari niet te zien krijgt , zie je op de ferry naar Horseshoe Bay.
We zijn de Sea to Sky Highway opgereden en hebben bij de Shannon Fall een lunchstop gemaakt en gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om de waterval te bekijken.
Besloten om niet naar de Sea to Sky Gondola te gaan en door te rijden om de Peak to Peak Gondola in Whistler te nemen. Uiteindelijk waren we rond half vier in Whistler en het begon wat bewolkter te worden en eigenlijk al te laat om nog naar boven te gaan. Net buiten Whistler op de Riverside RV resort gaan staan (wat een afzetters..) om morgenochtend de gondel naar de sneeuw te nemen en het olympische stadje te bekijken.
De Riverside RV Resort verlaten, nog even een wasje gedraaid en weer fris en fruitig op pad. Het ziet er boven op de berg erg mistig uit, in het dal hebben we al wat zon. Toch maar de twee kilometer terug naar Whistler om de Peak to Peak tour te doen, de Mount Whistler en de Mount Blackcomb. We waren er even voor tienen en konden gelijk met de eerste gondel omhoog. Vanuit de gondel de eerste zwarte beer gezien, net iet te ver voor een goede foto. Boven kon je nog skieen en langlaufen en natuurlijk wandelen. Was er fris rond de 0 graden en er viel af en toe een (heeeel) klein beetje sneeuw. De berg aan de overkant (Mount Blackcomb) leek in het zonnettje te liggen dus gelijk maar door met de volgende gondel. Deze gondelbaan (Village Gondola) heeft de grootste overspanning (meer dan 3 km zonder masten). Daaronder onze tweede zwarte beer gespot.
Tussen de mistvlagen door een mooi uitzicht op Whistler en omgeving. Onderweg naar beneden zagen we onze derde beer, nu een hele grote bruine beer recht onder onze gondel, deze dan wel op de foto kunnen krijgen …Het dorpje Whistler (voor de olympische spelen opgetrokken) heeft een heel gezellig centrum met erg veel winkeltjes en leuke horeca tentjes.
Tijd om verder te trekken, doel is Cache Creek maar de route richting Lilooet was prachtig maar ook erg bochtig en veel klimmen en dalen natuurlijk. Vlak voor Cache Creek zijn we op BC Park Marble Canyon terecht gekomen een camping op een Provincial Park, gelegen aan een rustig meertje. Geen verdere voorzieningen en de WC was een gat in de grond…
Zaterdag 2 juni: We zijn eigenlijk best wel vroeg wakker, eerst maar even ontbijten. Een geroosterde boterham zat er niet in. We staan alleen op de accu te kamperen. Kwart voor acht, belachelijk vroeg, reden we weg om naar Wells Gray Park te gaan. We hadden twee mogelijkheden of over Kamloops te gaan of via CaribooHghw via 70 en 93 Mile House. Dit laatste gedaan. De weg was breed en recht dus we schoten lekker op. Vanaf 93 Miles House rechtsaf richting Little Fort en Clearwater gereden. Een mooie weg dwars door de bossen, een aantal reeen op de weg gezien.
Bij Clearwater zijn we het Provinciale Park Wells Gray in gereden. De bedoeling is om de verste camping te nemen, de Clearwater Lake Campgrounds. Dit betekent wel 65 kilometer het park in rijden, waarvan de laatste 23 kilometer onverharde weg de bergen verder in. Eén grote stofwolk achterlatend zijn we op de Campground aangekomen, uiteraard weer zonder voorzieningen, maar wel prachtig gelegen midden in het bos aan meer / rivier met een mooi watervalletje (Osprey Falls). Begonnen met een wandeling het bos in richting een uitzichtspunt Osprey Lookout. Flink blijven praten, laten horen dat je er bent, we lopen immers dwars door het berengebied. Dat ze er zijn weten we van Nederlanders die we gesproken hebben op de BC Marble Canyon. Aan de ene kant wil je ze spotten, maar oog in oog op een smal bergpad wil je ze liever niet tegen komen. Achter de RV staat in ieder geval een berenval, maar of dat wat helpt…
Straks wat eten , moet de generator maar even aan, anders werkt de oven niet voor onze pizza. Morgen gaan we de 65 kilometer weer terug naar Clearwater en stoppen dan bij elke waterval om er een wandeling te maken.
Zondag 3 juni. Na een erg rustige nacht, het is echt doodstil op een BC park in de middle of nowhere, gaan we nadat alles is ingepakt en een laaste bezoek aan de wc “het gat in de grond”, weer op pad. De bedoeling van vandaag is om de weg van 64 kilometer weer terug naar Clearwater,in een heel rustig tempo, te gaan rijden. De bijnaam van Wells Gray Provincial Park is ‘Waterfall Park’. Dit is niet voor niets: er zijn maar liefst 250 watervallen te vinden, in alle soorten en maten. De bekendste zijn de Spahats Falls, Dawson Falls en Helmcken Falls. Deze gaan wij vandaag ook bezoeken. Met een slakkegangetje van 30 km/u rijden we weer over de onverharde weg naar beneden. En maar hopen om die ene beer op de weg te zien lopen. Helaas niet zien lopen, maar wel een bruine beer achter in de bak bij een parkoperator (helaas te laat voor een foto). Onze eerste stop is bij de Marcus Falls / Bailey’s Chute, niet een van de grotere falls, maar zeker de moeite waard, al is het maar alleen de wandeling er naar toe. Nog even gestopt bij Ray Farm Mineral Springs, een bouwval van een boerderij en erg veel muggen, dus snel weer terug in de RV. De eerste grote is de Helmcken Falls. De waterval is met zijn 141 meter hoogte de vierde grootste waterval van Canada. Het water dondert de diepte in over een vulkanische rotswand. Daarna doorgereden naar de Dawson Falls. De waterval is twintig meter hoog en maar liefst negentig meter breed, wat hem de bijnaam ‘Little Niagara Falls’ geeft. Inmiddels wel trek in wat gekregen. Het Wells Gray Park wordt niet commercieel uitgebuit, er is bijna geen plek, en zeker aan de toegangsweg in het park, waar je wat kan eten of drinken. Bijna de hoop opgegeven, maar op de heenweg zagen we een bord met wafels en friet, die waren we nog niet gepasseerd, dus er was nog hoop. Bij de laatste grote waterval, klatert de Spahats Creek Falls over rotspartijen ongeveer 75 meter naar beneden. De Spahats Creek heeft op deze manier een 122 meter diepe canyon in het lavagesteente gesleten. En laat hier nu net de sympathieke Vlaming uit Brugge staan met een heuse frietkot. Na een frietje mayo en een hotdog hebben we de waterval bekeken. Moe en voldaan zoals dat heet, hebben we de laaste 10 kilometer rustig door gereden naar de Clearwater Valley Resort & KOA, waar we vanavond overnachten.
Even alles weer opladen , de tanks legen/ vullen , lekker douchen en weer normaal op een “pot” zitten. En niet onbelangrijk weer even internet om onze berichtjes te plaatsen.
Vandaag is het maandag 4 juni. We hebben een avond/nacht achter de rug met behoorlijk veel regen. De eerste buien van deze vakantie overigens. Kan het zand van de onverharde weg in Wells Gray Park een beetje van de RV spoelen, de camper zag er smerig uit…
Vertrokken vanuit Clearwater richting Jasper, een ritje van ca. 340 kilometer. Het wordt eentonig, maar ook deze weg was weer een genot om op te rijden. Als we bij elk mooi punt moesten stoppen voor een foto, dan waren we nu nog onderweg. Een van de eerste stop was om te tanken en een bak koffie te doen. De volgende 100 kilometer was er geen gelegenheid meer om te tanken. De volgende stop was om een zwarte beer langs de weg te fotograferen. Onderweg in een rivierbedding zagen we een Moose (Eland) met kalf lopen, we reden ca 90 km/u en vol in de ankers om terug te rijden voor een foto zat er niet in. Later hebben we nog even bij Mount Terry Fox gestaan. Terry was bekend van de Marathon of Hope. Terry had kanker, na het amputeren van zijn been heeft hij 143 dagen achtereen een marathon gelopen. Elke dag 42 kilometer om geld op te halen voor onderzoek. Mooi dat er een berg naar hem is vernoemd. Een klein stukje verder kwamen we bij Mount Robson aan. De hoogste berg van de Rocky Mountains. We verlaten Britsch Columbia en rijden de staat Alberta binnen. Als snel begint het Jasper National Park, tijd om een toegangskaart te kopen, die tevens geldig is voor alle nog te bezoeken Nationale parken. Besloten om eerst maar eens te kijken of we nog ergens een plekje op een camping kunnen vinden. We hebben niets gereserveerd en gister op internet gekeken en bleek dat er geen plaasten met electra of andere voorzieningen meer beschikbaar zijn op de campings in het park. Dus maar weer twee dagen op de accu en voor nood af en toe de generator gebruiken. De accu, telefoons e.d waren gisteren goed opgeladen, de vuilwater tanks zijn leeg en hebben nog 2/3 schoon water en gas aan boord, dus die twee dagen moet lukken. Op de Whistlers Campground, goed voor 780 plaatsten, konden we nog een moooie,erg ruime plek krijgen, met uitzicht op Whistlers Mountain van 2463 meter. Bij binnenkomst zagen we op het park al een Elk (soort hert)lopen. Momenteel hebben zij kalveren en kunnen behoorlijk agressief zijn, daarnaast worden we weer gewaarschuwd voor de beren die hier over het terrein kunnen rond lopen.
‘s Middags nog even een wandeling op en rond de camping gemaakt, blijkt dat er honderden Groundsquirrels te zitten. Whistler heeft zijn naam te danken aan deze beestjes omdat het gefluit op fluisteren lijkt. Morgen gaan we een stukje van de Icefields Parkway doen, maar dat is voor morgen.
Alweer dinsdag de 5e, ergens halverwege onze Canada trip. Vandaag blijven we nog een extra nachtje op Whistlers Campground. Overdag in korte broek en T-shirt, vannacht was het best wel fris. Verschil in tijd blijkt nu,in Britsch Columbia is het een uur vroeger dan hier in Alberta.
Maakt voor de planning niet zo veel uit , maar we zijn al een uur van de dag kwijt.. Vandaag op weg naar Maligne Valley dat even ten oosten van Jasper ligt. Na eerst even op de Maligne Overlook te hebben gestaan, zijn we een paar honderd meter verder gereden om naar de Maligne Canyon te gaan. Deze diepe Gorge is best wel mooi, verschillende watervallen, fossielen en diepe kloven. Bij het snel stromende water zagen we nog sneeuw liggen met een afdruk van een berenpoot erin. Besloten verder te rijden naar het Maligne Lake, ja alles heet hier Magligne en dat is frans voor heks of evil. Het Maligne Lake ligt op dik 1700 meter hoogte en is ca 90 meter diep en ca. 28 km lang. Het is nog maar een maand bevaarbaar, daarvoor was het nog bevroren. We hebben een cruise gemaakt en zijn naar een eilandje gegaan, wat voor de native’s een heilige plaats is. Vanaf dit eiland hadden we een prachtig uitzicht over het meer en de Coronet Gletser. Op de terugweg weer een zwarte beer gespot en vastgelegd op foto. Daarnaast hebben we een Moose gezien aan de waterkant en verschillende keer een paar Elken.
In de verte op een boomtop zagen we een zeearend op een nest zitten. Zijn karakterstieke witte kop zag je er mooi bovenuit, helaas te ver weg voor een mooie foto. Rustig teruggehobbeld richting Jasper, boodschapjes gedaan, geld pinnen en een hapje eten bij George’s.
De zalm en spare-ribs, waren onder het genot van een ijsthee, heerlijk. Geen wijntje of pilsje, moest nog met het bakbeest naar de camping, maar niet voordat we het wederom voorzien hebben van de nodige brandstof en water. Het is inmiddels half negen voordat we de camping weer oprijden.
Woensdag 6 juni. Nog steeds geen wifi, we schrijven braaf elke dag ons berichtje en zodra de mogelijkheid daar is zullen we gaan plaatsen.
Vanmorgen Whistlers Campgroud in Jasper verlaten en zakken nu langzaam af naar het zuiden. We draaien de Icefield Parkway op en beginnen aan een werkelijk fantastische route. Na een 30 kilometer stoppen we bij de Athabasca Falls een 30 meter hoge waterval die neerklettert in een korte, nauwe kloof. Weer 24 kilometer verder treffen we de volgende waterval, de Sunwapta Falls. Vanaf hier is het rustig doorrijden richting het Icefield Centre. Onderweg verschillende beren en Elken gezien. Vlak voor het Icefield Centre kwamen we langs de Glacier Skywalk. De hoogte viel ons wat tegen en je moet eerst naar het Icefield Centre om daar met een bus terug te gaan. We hadden al besloten om dit niet te doen. Op het Icefield Centre hebben we koffie gedronken en even gekeken naar de mogelijkheid om met de Glacier Ice Explorer mee te gaan. Dit speciale voertuig gaat de gletser op, maar het merendeel van het traject is over de rotsen, gezien de prijs zien we daar maar vanaf. Op 104 km passeren we de grens tussen Jasper National Park en Banff National Park, de Sunwapta Pass ligt op 2030 meter hoogte. We stoppen na kilometer 190, op de Bow Summit, de hoogste pas van de Icefield Parkway (2067 mtr). Daar klimmen we een wandelpad op, eigenlijk niet wetend waar we uitkomen. Eenmaal boven hadden we een prachig uitzicht op de Castle Mountain, maar nog mooier het zicht op het Peyto Lake, een in intens turquoise tinten oplichtend meer dat 250 meter beneden aan onze voeten ligt. Adembenemend mooi. We besluiten nu door te rijden naar Lake Louise, ca 60 kilometer voor Banff. We zien onderweg nog een paar Bighorn Sheeps. In Lake Louise gaan we op zoek naar de enige RV Campground. Door wegwerkzaamheden kwamen we verkeerd uit en stonden we bij Lake Louise en voor een heel duur hotel (niet in de verleiding gekomen, nouja heel even dan). Toch maar de weg vragen, omkeren en weer terug naar het dorp. Deze Campground is niet te reserveren, het principe is: wie het eerste komt het eerst maalt, vol is vol. Er blijkt nog plek zat te zijn, een mooie plek met electra, kunnen we eindelijk alles weer opladen. Even douchen, wat eten en morgen gaan we Lake Louise en Lac Moraine Lake, beide op een paar minuten rijden van de camping. We blijven hier drie nachten, overmorgen willen we naar Banff, maar dat is voor later….
Donderdag 7 juni alweer. Onze tweede dag/nacht in Lake Louise. Vanmorgen zijn we bijtijds naar het meer gegaan. Konden de RV nog goed parkeren, het was er nog redelijk rustig. Het weer zit goed mee, een strak blauwe lucht en een lekkere temperatuur. We besloten om eerst maar met een kano het meer op te gaan. Een uurtje varen moet te doen zijn, en bleek ook later, was lang zat. Het was heerlijk rustig op het water en genieten van het prachtige landschap om ons heen. We hadden trek in koffie en de enige mogelijkheid was het Fairmont Chateau Lake Louis. Ons voorbereid op een kopje koffie van een tientje, maar dat viel gelukkig erg mee. Een gebakje erbij en even gebruik maken van de wifi. Vlug een paar foto’s van het fototoestel naar de telefoon overzetten en plaasten. Na dit rust momentje was het tijd voor een wandeling. Een van de wandelingen liep langs het meer een andere ging naar Lac Agnes. Volgens de borden een wandeling van 3,4 kilometer, dus een makkie
We hebben ons niet helemaal goed ingelezen dit keer. Lac Louise ligt op 1731 meter en Lac Agnes op 2136 meter. Dat werd dus 3,4 kilometer alleen maar klimmen. Op twee derde kwamen we bij het Mirror lake, mooi gelegen meertje tussen de bergen. De laatste 800 meter ging langs een waterval en sneeuwresten en kwam uiteindelijk bij Lac Agnes uit. Het meer was nog deels bevroren en was zoals de meeste plakken hier betoverend. Bij het meer is het hoogste theehuis van Canada. We moesten er even op wachten maar na een tijdje kregen we onze thee en soep. Tijd om af te dalen, hiervoor hadden we toch nog een uur nodig. Op het parkeerterrein werden we tegen gehouden, we moesten onder begeleiding naar de RV, die er op inmiddels redelijk verlaten parkeerterrein stond. Er was een Grizzly beer met twee pups in de buurt en kon behoorlijk agressief zijn. Gewapend met berenspray werden we door een parkeerwachter bij de RV afgeleverd. Nog een paar boodschapjes doen in Lake Louise Village. Op naar ons nieuwe plekje op de zelfde camping. Nu hebben we een vuurplaats.
Vrijdag 8 juni onze tweede dag , derde nacht op Lake Louise Campground. Met de wandeling nog behoorlijk in de benen hebben we het vanmorgen rustig aan gedaan. Er moest water getankt worden en de afvaltanks moesten nog geleegd worden. Op de camping (en op andere ook overigens) zijn er grote servicepunten, dus allemaal goed geregeld. Vandaag een dagje Banff. Banff ligt op z’n 58 kilomter van Lake Louise. Eerst maar eens naar de Banff Gondola, die bracht ons van 1580 meter naar de Sulphur Mountain op 2281 meter. Op de toproof gezeten in luie stoelen met een kop koffie, heerlijk in het zonnetje met een geweldig uitzicht. Het is vandaag een heerlijke 23 graden. We konden nog een klein stukje hoger naar het Sanson’s Peak & Weather Observatory (Cosmic Ray Station) op 2337 meter. Terug in de stad hebben we de RV geparkeerd en zijn we wandelend Banff ingegaan. Banff is een redelijk stadje en best wel gezellig (toeristisch). Tijd om de laaste souveniers te kopen voor Stan, Lobke en Finn. Lekker gegeten bij een Mexicaans restaurant, met wifi, dus de laptop uit de tas en verbinding maken, maar het lukte maar niet om berichten op Facebook te plaasten. Na verschillende pogingen de laptop maar weer terug in de rugzak. Nog wat winkels bekeken en uiteindelijk bij een McDonalds, jawel de eerste die we tegenkomen in Canada, naar binnen gegaan vanwege hun internet. Meer dan een uur gezeten op één frapé, maar uiteindelijk de berichten wel kunnen plaasten. Weer terug op de camping, wat hout pakken en weer een vuurtje aanmaken.
Vrijdag 9 juni, vertrokken uit een zwaar bewolkt Lake Louise. Na een paar kilometer stonden we al vast, een lange file. We hebben bijna drie kwartier stil gestaan. Ze waren met de weg bezig en er moest een stuk rotswand worden opgeblazen. Inmiddels regent het behoorlijk, de eerste regendag van de vakantie. Doorgereden tot aan Revelstoke en besloten daar een camping te zoeken. Het is nog wel vroeg, maar even geinformeerd bij het visitorscenter, waar een camping zit met een laundry en goede wifi. Er waren er drie die in aanmerking kwamen en we hebben gekozen voor de kleinste, Williamson Lake Campground, Revelstoke British Columbia. Weer terug in BC dus de tijd weer een uur terugzetten. Het is inmiddels weer opgeklaard en de temperatuur is niet verkeerd. Wasjes draaien, berichtjes plaatsen en straks even douchen, gewoon lekker aanrommelen. Vanaf morgen even kijken hoe we de route gaan aanpassen. We moeten nog ergens één dag inlopen en dat kan eventueel morgen.
Zondag 10 juni. Vertrokken uit Revelstoke. De hele nacht heeft het geregend, we hebben geluk gehad bij Banff en Lake Louise met het weer, het is nu echt omgeslagen. De planning was om vandaag tot Kelowna te rijden, en vandaar uit naar Merrit en dan door naar Hope. Uiteindelijk zijn we rechtstreek doorgereden naar Hope, maar wel via de genoemde plaatsen, alles met elkaar z’n 450 kilometer. Kelowna was een verrassend grote stad met een eigen vliegveld, van hieruit via de Okanagan connector naar Merrit. Hier kregen we nog even hele lichte sneeuw , zo laag lag de sneeuwgrens momenteel. Vanuit Merrit via de Mountain Highway naar Hope. Onderweg niet veel bijzonders, het ene moment hadden we prachtig zicht op de besneeuwde toppen van de bergen, het andere moment zaten we in de laaghangende bewolking. Tuurlijk, net als vorig jaar een steentje tegen de voorruit en weer een heel klein putje. Nu gaan we niets zeggen, laten ze het zelf vinden. Onderweg koffie bij Tim Hortons de Canadese variant op McDonalds. Eind van de middag neergestreken op Coquihalla Campground in Hope. Hier blijven we twee nachten. Vanavond gegeten bij het 293 Wallace Street Restaurant. Waar kennen we Hope nog meer van, voor kenners van de Rambo films, hier is in 1981 de eerste Rambo film “First Blood” opgenomen. In het dorpje is een Rambo tour langs alle gebouwen en plekken die in de film gebruikt zijn. In het begin van de film wordt Rambo de stad uitgezet door de sheriff op de brug, deze brug staat naast de camping..ooooh interessant…nah nee niet echt maar, wel leuk om te zien. We zijn nu wat dagen ingelopen op ons oorspronkelijke schema, hebben we de laatste dagen niet veel meer te rijden. We maken in Vancouver (in één van de voorsteden) onze laatste stop voordat donderdag de RV weer terug moet naar het baasje. Maar zover is het nog lang niet, eerst morgen de omgeving van Hope bekijken.
Maandag de 11e alweer, onze eerste nacht op Coquihalla Campground, het plekje is prima, maar de toiletten en douche’s zijn wel sterk verouderd. We kijken eind van de dag wel of we blijven of verder trekken. We gaan op pad vandaag in de regio van Hope. Eerst gaan we naar Coquihalla Canyon Provincal Park. Daar gaan we een wandeling maken door de tunnels van Othello. Dit waren vroeger spoorwegtunnels die met bloed, zweet en tranen zijn gebouwd, maar door hevige regenval in 1959 is de rails voor een groot deel weggespoeld en nooit meer gerepareerd. Tussen de tunnels één en twee heeft “Rambo” tegen de rotswand gehangen, terwijl een politie helicopter jacht op hem maakte ( een agent is in de film uit de helicopter gevallen). Het weer is helmaal niet verkeerd, het zonnetje komt er af en toe door. Het idee om naar Harrison Hot Springs te gaan hebben we gelaten voor wat het is. De Hghwy 1 richting het noorden genomen om eens een kijkje te nemen bij Hell’s Gate. De Fraser rivier is daar op zijn smalst, omdat bij het aanleggen van de spoorlijn men iets te enthousiast met de springstoffen is omgegaan. Met de Air-tram zijn we naar beneden gegaan. Achteraf viel het een beetje tegen, veredeld kinderparijdijs met een restaurant. Links en rechts van de Fraserrivier loopt weer een spoorlijn, erg veel wordt hier via het spoor vervoerd, de treinen zijn hier vaak wel 3 kilometer lang !!!!! Besloten om toch maar terug te gaan naar de camping die we besproken hadden. We hebben tenslotte onze eigen toilet en douche bij ons. Laatste houtblokken opgestookt en nu even een berichtje schrijven, morgen door naar Vancouver of Surrey, kijken waar we onze laatste twee nachten gaan doorbrengen.
Dinsdag 12 juni, vanmorgen vertrokken uit Hope. Het weer was al lekker opgeknapt en we beginnen deze enorme etappe (130 km) richting Vancouver. Je kan merken dat we richting een grote stad gaan…wat een drukte. In de voorstad Burnaby hebben we al rond 11:00 uur een plekje gevonden op de BCRV (Burnaby Cariboo RV Park). Dit RV park heeft werkelijk alles, binnenzwembad met whirlpool, gameruimte, fitness ruimte, winkel enz enz. en natuurlijk wifi. Erg vriendelijk geholpen en de nodige informatie in alle talen, dus ook in het Nederlands. We zitten op loopafstand van het Burnaby Lake en het Skytrainstaion “Production Way-University”, voor ons tranport naar Downtown Vancouver. Bij de receptie zijn alle kaartjes die je nodig hebt in Vancouver, te koop. Vanmiddag besloten om naar de Capilano Suspension Bridge te gaan. Eerst met de Skytrain naar Waterfront (nu wel als een echte skytrain ver boven de grond), vandaar uit met de Seabuss (watertaxi) naar de overkant (Noord Vancouver) naar Lonsdale Quay en vanuit daar met de bus richting Grouse Mountain te gaan. De hoofdattractie is de hangbrug van 450 feet lang en 230 feet hoog. Deze brug schommelt als een gek en was weer een hele uitdaging voor Marijke. Daar om heen was een heel park aangelegd met een Canopy op de boomtoppen. De tweede uitdaging was de Cliffwalk, een brug tegen de rotswand aan en een boog boven de afgrond. Jammer dat het op dat moment wat begon te spetteren.
Voor de terugweg hebben we gebruik gemaakt van de Free Shuttle, die ons, via het Stanley Park en de Lions Gate Bridge, naar Vancouver downtown (Canada place) bracht. Eigenlijk te vroeg om te eten en te moe om langer rond te slenteren zijn we maar terug gegaan naar de Camper. Even wat eten (Magnetron), koffie drinken , berichtje schrijven en straks misschien even zwemmen. Al schrijvend komt er weer een trein langs, je weet wel 3 km lang en op 20 meter van de camping, dat wordt afkicken straks thuis..ga ze missen.
Woensdag de 13e juni. Vanmorgen hadden we een flinke regenbui boven ons hangen, dus maar rustig aangedaan met opstaan en ontbijten. Tegen 10:30 vertrokken naar de Skytrain met kaartjes voor de Hop-on, Hop-off bus op zak. Eerst een bak koffie bij de Starbucks en door naar de bus. Onze eerste stop was het Stanley Park bij de Totem Poles, Brockton Point en de Nine O’Clock Gun. Een prachtig uitzicht over de skyline en havens van Vancouver. Na een stukje wandelen zijn we weer opgestapt en bij het Prospect Point uitgestapt. Hier stonden we naast de Lions Gate Bridge, waar we gisteren overheen zijn gekomen. In het restaurant met uitzicht op de brug geluncht en even met Martijn het onderhoud van onze tuin besproken. Is helemaal goed gekomen Tijn !. De bus weer gepakt, nu kregen we een “ouderwets” trammetje en doorgereden naar de Falls Creek Ferries. Met het pontje zijn we overgestoken naar Granville Island. We konden blijven zitten in het trammetje dan waren we op hetzelfde punt uitgekomen, maar een stukje varen was ook wel weer leuk. Op Granville Island waren allemaal winkeltjes, overdekte markthallen en een brouwerij. Natuurlijk voor vanavond een lekker biertje meegenomen. Er waren nog wel wat plaatsen waar we uit hadden kunnen stappen, bij de A-maze-ing Laughter, BC Place Stadium, maar dat zou te veel tijd kosten en we waren het inmiddels wel een beetje zat. Bij het Gassy Jack Statue uitgestap en te voet verder naar de Steam Clock. Op een terrasje (Starbucks) nog wat gedronken, pal voor de klok en de laatste souvenirs ingekocht. Bij Canada Place hebben we shushi meegenomen om in de camper op te eten. Voor het eten nog even inchecken voor de vlucht naar Munchen en naar Amsterdam.